Vul een zoekwoord in:

Column Cobouw 19 augustus - Merkenrecht helpt materiaalidentiteit

Maak of namaak? Regelmatig leiden opgaven tot verduurzaming en circulariteit tot een materiaal- of productinnovatie die door de naam (of vorm!) aanleunt tegen een bekend bouwmateriaal. Denk aan de ongebakken baksteen (euh?), grasbeton, houtgraniet of plexiglas. Biedt het merkenrecht mogelijkheden tot behoud van materiaalidentiteit?

Merken zijn tekens die een product (of dienst) helpen om onderscheidend te zijn zoals door beeld, geluid, geur, vorm of een naam. Denk aan logo’s, etiketten, speciale lettertypes, kleuren (Zwitsal geel) en klanken (Kammajaajajippiejippie jeeh! voor Hornbach). Anders dan bij het auteursrecht moet een teken eerst worden geregistreerd voor het bescherming kan krijgen. Het teken moet dan wel enige oorspronkelijkheid hebben. Een merknaam dat soortnaam wordt verliest bescherming: vraag het de makers van Spa, Aspirine of Formica.

Het merkenrecht kent individuele merken maar ook collectieve merken zoals KEMA-keur en het Wolmerk. Zo’n collectief merk is er in twee varianten. 

Allereerst is er het teken dat als collectief merk door leden van een (branche-)vereniging kan worden gebruikt. De vereniging is houder van het collectieve merk dat wordt verbonden aan producten die uitsluitend van de leden van de vereniging afkomstig kunnen zijn. Het is er voor producten met een vergelijkbare identiteit. Dat kán een geografische herkomstaanduiding zijn, maar is dan niet beperkt tot landbouwproducten of voedselwaren (waartoe de beschermde oorsprongsbenaming juist wel is beperkt).*

De tweede variant is het certificeringsmerk. De houder van dit collectieve merk garandeert dat het gecertificeerde product bepaalde eigenschappen bezit. In beginsel kunnen zo alle denkbare kenmerken van een artikel worden beschermd, uitgezonderd de geografisch herkomst. Het al genoemde Wolmerk is een goed voorbeeld. Als beeldmerk garandeert het kwaliteitscriteria zoals 100% scheerwol, de vezelsterkte en bepaalde krimpeigenschappen.

In de context van een ontluikende circulaire bouweconomie biedt een collectief merk voor afnemers van bewezen materiaalsoorten een interessante toevoeging. Zij krijgen met het merkteken zekerheid over de materiaalidentiteit in termen van herkomst, samenstelling en producteigenschappen. Tegelijkertijd worden innovaties beter herkenbaar als vergelijkbaar alternatief. Met zo’n belang voor iedereen biedt het merkenrecht een kristalhelder Perspextief.

Mr Ewald L.J. van Hal

Directeur vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek, namens NVTB

Lees hier de column via de website van Cobouw

* Zie ook mijn column van 20 juli 2020