Vul een zoekwoord in:

Cobouw januari 2015 - Gevogel

Afgelopen weekend vond de Nationale Tuinvogeltelling 2015 plaats. In 2014 vinkte Stef Blok, bekend als Minister voor Wonen en Rijksdienst, de vogels in eigen tuin af. In VARA's Vroege Vogels sprak hij van een ''magere opbrengst'': twee koolmezen, een merel, een ekster en een verdwaalde parkiet. Geen huismus, hoewel in 2014 de meest getelde vogelsoort.

Het CBS liet 10 maanden later weten dat de achteruitgang van de huismus tot staan is gebracht. De mus vindt kennelijk weer voldoende voedsel en nestgelegenheid. Andere vogels (spreeuw, gierzwaluw) en de vleermuis zitten nog in de gevarenzone.

Gelukkig is er de bouwtoelevering en overheid.

Cobouw toonde recent een betonnen pergola met vogelbehuizing in Leidsche Rijn. Zelf ken ik een sector die gebakken bouwproducten voor vogels en zoogdieren aanbiedt: van mussensteen tot vleermuizenkast, van koolmezensteen tot gierzwaluwpan. Producten tot stand gekomen na intensief overleg met deskundigen.

En de overheid? Die wijzigde het Bouwbesluit zodat een gebouw voortaan openingen mag kennen ten behoeve van een vaste rust- of verblijfplaats voor beschermde diersoorten (art. 3.69 lid 2). Gevolg is een nieuwe verblijfsfunctie voor gebouwen; naast de mens (of hond of poes) kunnen er nu ook vogels en vleermuizen vast gaan verblijven.

Als jurist vraag ik mij dan direct af hoe zich dit verhoudt tot de wettelijke regel dat schade door een (huis-)dier voor risico van de bezitter is (art. 6:179 BW). Niet schuld aan schademaar het simpel houden van het dier vestigt de aansprakelijkheid. Tja, en dan begint het! Want van de huismus of vleermuis die af en toe ''aanwipt'' is nog aan te nemen dat die niet wordt gehouden. Maar hoe is dat bij het langdurig aanbieden van je woning als vaste rust- en verblijfplaats? Is het kattenluikje in de deur fundamenteel anders dan de mussensteen of vleermuizenkast in de gevel? Eens of oneens, wel iets om uit te vogelen!

Mr Ewald L.J. van Hal

Directeur vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek, namens NVTB