Kristallijn silica komt overvloedig voor in de aardkorst, zit in grondstoffen voor (bouw-)producten maar is niet gevaarloos. Het Nederlands EU-voorzitterschap geeft daarom terecht prioriteit aan een goede bescherming van werknemers tegen gevaarlijke stoffen op de werkplek. Het wil het aantal grenswaarden vergroten. Dat sluit naadloos aan bij het streven van de Europese Commissie tot een Europese grenswaarde voor de beroepsmatige blootstelling aan kristallijn silica. Gedacht wordt aan een grenswaarde van 0,1 mg/m3 , lichter dan de Nederlandse (0,075 mg/m3) maar strenger dan in veel andere Lidstaten. Vraag is welke EU-Richtlijn het best zo'n grenswaarde kan bepalen: de algemene Richtlijn chemische agentia (CAD) of de specifiekere Carcinogenenrichtlijn (CMD).
Europese vakbonden en veel industriekoepels hechten evenzeer belang aan een goede bescherming van werknemers, maar niet via een grenswaarde. In 2005 kozen zij voor een systeem van zelfregulering waarin technische, organisatorische en communicatieve maatregelen, good practices en een rapportageplicht: de Social Dialogue Agreement (SDA) Silica. Niet zomaar iets, want de SDA wordt door het Unieverdrag op gelijke voet geplaatst met regulering via een EU-Verordening of Richtlijn. Logisch, want de sociale dialoog is een fundamentele pijler onder het Europees model.
Juridisch relevant is de vraag naar de rangorde tussen deze vormen van regulering. 'Lex specialis derogati legi generali' wat hier betekent dat de SDA Silica, als specifieke regeling voor een specifiek risico, voor een Richtlijn gaat.
Het Unieverdrag bevat diverse aanwijzingen voor deze opinie. Het acht zelfregulering via een SDA en via een EU-Richtlijn gelijkwaardig aan elkaar en geeft SDA-partijen een bevoorrechte positie als dwingende EU-regulering wordt overwogen voor een risico dat al door een SDA wordt bestreken. SDA-partijen krijgen dan gelegenheid tot advies maar ook om de voorgestelde regulering te integreren in de bestaande SDA. Stof tot nadenken!