Vul een zoekwoord in:

Cobouw 6 juli 2016 - Bureaucratisering geborgd

Half juni deed de Vaste Kamercommissie Wonen verslag van haar bevindingen over het Wetsvoorstel  kwaliteitsborging bouwen. Over deze wet wordt al lang gediscussieerd, maar gezien de bevindingen is het laatste woord er nog niet over gezegd! Ter herinnering: de wet versterkt de positie van de bouwconsument ingrijpend en introduceert een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor bouwwerken

Opvallend is het grote aantal juridische vragen van de Commissie. Daar is alle reden toe, omdat het wetsvoorstel publiekrechtelijke met privaatrechtelijke elementen verknoopt en nieuwe juridische begrippen introduceert (de bouwconsument, kwaliteitsborger, toegelaten instrument). Daarnaast besteed de Commissie (terecht) aandacht aan het wetsvoorstel in relatie tot monumenten en vergunningsvrije bouwwerken. De PvdA-fractie wil weten of het doel van kwalitatief betere bouwwerken wel gehaald wordt als er bij vergunningvrije bouwwerken geen vorm van kwaliteitsborging lijkt te gelden. De CU-fractie vraagt of de verruimde aansprakelijkheid van de aannemer wel voor vergunningsvrije bouwwerken geldt en wat de situatie is als een instrumentaanbieder voor kwaliteitsborging er mee stopt.

Kritisch is de Commissie over de voorgestelde Toelatingsorganisatie. Zo vraagt de VVD-fractie wie op basis van welke criteria de bestuursleden selecteert. Verder is onduidelijk wie er toezicht op hun functioneren houdt maar ook wat het maximum aan activiteiten is gezien de eigen-financiering van het apparaat zelf. Deze onduidelijkheden zijn opmerkelijk, omdat de Toelatingsorganisatie nu juist een centrale rol in het nieuwe systeem speelt.

Eerder wees ik al op het uitsluiten van toepasselijkheid van de Lex silencio positivo op een aanvraag tot toelating van een instrument tot kwaliteitsborging. Dat betekent dat overschrijding door de Toelatingsorganisatie van de wettelijke beslistermijn niet automatisch tot een toelating leidt. Dat is onwenselijk, omdat voor het opstellen van kwaliteitsinstrumenten juist een rol is toebedacht aan het betrokken bouwend bedrijfsleven. De SGP-fractie vraagt terecht op welke wijze het wetsvoorstel waarborgt dat deze kennis en expertise ook inderdaad wordt betrokken. En zo zij er meer vragen, zoals naar het inzage- en correctierecht van gegevens in het nieuwe Register van toegelaten instrumenten. Goede bedoelingen ten spijt leidt het wetsvoorstel tot maar een hoofdconclusie: bureaucratisering geborgd.

Lees de column op de site van Cobouw