Vul een zoekwoord in:

Cobouw 18 maart 2021 - Klimaatrecht

Gisteren konden kiezers hun stem geven, óók over het gewenste klimaatbeleid in de komende jaren. In de onderhandelingen over een volgend Kabinet zal dit ongetwijfeld leiden tot nieuwe beleidsaccenten. Gelijktijdig, door velen onopgemerkt, ontwikkelt zich gestaag en misschien zelfs effectiever een nieuw rechtsgebied: klimaatrecht. De eerste piketpalen werden al geslagen. Maakt klimaatrecht sneller het verschil dan klimaatbeleid?

Bij de rechter procederen over klimaatzaken vergt een juridische grondslag. Er moet een geschonden norm zijn, een titel, een juridische reden om in rechte op te komen voor bescherming tegen het gevaar van smeltende ijskappen, een stijgende zeespiegel of een opwarmende aarde. Klimaatactivisten vonden er iets op, met succes naar blijkt.

In de Urgenda-zaak oordeelde de rechter dat het Nederlands klimaatbeleid niet onrechtmatig is wegens gevaarzetting of wegens strijd met een geschreven of ongeschreven zorgvuldigheidsnorm. Daarmee werd niet gezegd dat het dan dus rechtmatig is. Wel dat gevaarzetting of onrechtmatigheid de verkeerde maatstaf is voor klimaataansprakelijkheid. Een goede maatstaf werd gevonden in schending van een mensenrecht. Bescherming tegen klimaatverandering werd tot mensenrecht verklaard.

De verplichtingen daaruit gaan minder over het voorkomen van schade of de toerekenbaarheid van de gevolgen van handelen of nalaten maar meer over de beschermingswaardigheid van het klimaatbelang. Net zoals bij het (mensen-)recht op privacy, integriteit of anti-discriminatie moet aantasting van het klimaat worden voorkomen. Het is aan de overheid daartegen te beschermen.

Het Urgendavonnis vestigde een ‘hard’ klimaatrecht en biedt basis voor het vestigen van klimaataansprakelijkheid. Het biedt ook de grondslag om SHELL in rechte te betrekken. Who’s next?

Parallel aan deze ontwikkeling van klimaataansprakelijkheid is de door-ontwikkeling denkbaar van de producentenverantwoordelijkheid naar een productaansprakelijkheid. Hoelang zal het nog duren tot deze in de wet geregelde (risico-)aansprakelijkheid van een fabrikant voor (letsel- en vermogens-) schade door een gebrek in het product ook schade door een klimaat-technisch onjuist ontwerp behoort?

Open staat nog wel de staatsrechtelijke vraag of rechters een klimaataansprakelijkheid van het politiek bestuur mogen aannemen. Daar wordt verschillend over gedacht maar ook daarover was er gisteren de kiezersstem.

Mr Ewald L.J. van Hal

Directeur vereniging Koninklijke Nederlandse Bouwkeramiek, namens NVTB

Lees de column op de website van Cobouw