Vul een zoekwoord in:

Belastingplan 2021 prikt keramische industrie

Met Prinsjesdag presenteerde het Kabinet Rutte III het Belastingplan 2021. Deze bevat het voorstel tot een nationale CO2-heffing. Het moet de energie-intensieve industrie prikkelen om te verduurzamen. Maar hoe doe je dat als energie ook grondstof voor je product is, doorbraaktechnologie wereldwijd ontbreekt en de in Oost- en Zuid-Nederland verspreid liggende fabrieken investeringscycli van circa 30 jaar kennen? Zo’n heffing prikkelt niet, maar prikt.

Nederland moet vergroenen, dat is duidelijk. De keramische industrie levert daar graag een bijdrage aan.

Het doet dat al jaren maar goed kan beter en sneller. Gezamenlijk moeten er fundamentele keuzes worden gemaakt omdat onze toekomst afhangt af van wat we nu doen.

Het relatief beperkt aantal fabrikanten van bouwkeramiek in Nederland ziet een opgave in de transitie naar andere technieken en brandstoffen. Die opgave is ingewikkeld en complex, kost tijd en veel geld, maar de sector is daartoe bereid. Dat moet dan wel kunnen!

De bouwkeramische industrie voorziet Nederland al eeuwenlang van betrouwbare producten die levenslang meegaan en circulair zijn. Producten die zijn gemaakt van de hernieuwbare grondstof klei, dat na winning nieuwe riviernatuur oplevert en aan hoogwaterveiligheid bijdraagt.

Een nationale CO2-heffing die de sector tot 2030 moet afdragen, naast een Europese CO2-heffing,  helpt niet dit zo te houden. Integendeel, het brengt de continuïteit in serieus gevaar en kan werkgelegenheid kosten.

Doet de bouwkeramiek dan helemaal niets? Jazeker, het ontwikkelde een Technology Roadmap Bouwkeramiek 2030. Daarmee wil het de energietransitie, stikstofreductie en een circulaire bouweconomie naar vermogen versnellen. Het is het waard om samen te bouwen aan een duurzame toekomst. Biedt daar ruimte voor, fysiek maar ook financieel.