Vul een zoekwoord in:

Financieele Dagblad jan 2011 - Industrie creëert toegevoegde waarde in uiterwaarden

Natuur en economie hebben élkaar hard nodig

Bernhard Wientjes en Roger van Boxtel erkennen het belang van een gezonde natuur voor een gezond bedrijfsleven. Zij zijn ervan overtuigd -geraakt- dat bedrijfsleven, natuurorganisaties en kennisinstellingen elkaar moeten versterken om de toekomst van de natuur en daarmee van het bedrijfsleven veilig te stellen. De opslag van baggerspecie in waterkerende baggertubes zien zij als een mooi Nederlands voorbeeld. Een nog mooier, evenzeer Nederlands maar bovendien al vele eeuwen gepraktiseerd voorbeeld is de productie van keramische bouwmaterialen en de winning van de daarvoor vereiste grondstof  klei.

De Nederlandse grofkeramische industrie is van oudsher rivierengebonden (IJssel, Rijn en de Waal). Het is te danken aan juist deze industrie, en met name aan de winning van de grondstof klei, dat het rivierenlandschap zich zo fraai heeft ontwikkeld en zowel flora als fauna grote stappen voorwaarts hebben kunnen zetten. Werd aanvankelijk rechttoe rechtaan gewonnen, van meer recente datum is de met het WNF ontwikkelde techniek van het reliëfvolgend ontkleien. Hierbij wordt de kleilaag teruggegraven tot op de onderliggende zandlaag en worden vroegere geulenpatronen en reliëf weer zichtbaar. Het biedt een prima ondergrond voor een zeer grote biodiversiteit aan flora en fauna. Zo zijn inmiddels vele duizenden hectares nieuwe riviernatuur ontwikkeld. Zie de Millingerwaard, de Bylandtse Waard en b.v. de Blauwe Kamer bij Wageningen. Naast nieuwe natuur levert het ook gelegenheid tot recreatie op en vormt het een dankbare bron voor de ANWB-wandelroutes. 

Het succes gaat nog verder. Door de kleiwinning worden uiterwaarden verlaagd en het stroombed van de grote rivieren verbreed. Op die wijze vervult kleiwinning een functie in de strijd tegen overstromingen en draagt het bij aan de rivierveiligheid. Omgekeerd vervullen de vele poeltjes weer een positieve functie in de strijd tegen verdroging.

Kortom, mede dankzij de toepassing van baksteen en dakpannen in onze gebouwde omgeving  is er in het rivierenlandschap een positieve eco-balans. Het vernieuwbare karakter van de grondstof klei brengt het geheel dan wel erg dicht bij de bio-based economy zoals door beide voorzitters voorgestaan.

Bewezen succesformules als deze zijn spaarzaam en verdienen daarom respect bij beleidsvoorstellen, regelgeving, voorstellen en projecten. Daarvan blijkt in de praktijk niet altijd, Het initiatief van VNO-NCW en The International Union for Conservation of Nature kan dan ook een welkome bijdrage leveren aan een beter en breder begrip van de relatie tussen economie en natuur en natuur en economie.

mr. E.L.J. van Hal,
directeur Vereniging Keramische Organisaties